Kolenkraan met laadkarren van Artitec
De kolenopslag van AlsaCast wordt voorzien van de kolenkraan van Artitec, compleet met de laadkarretjes. Op deze pagina vind je het uitgebreide verslag van deze bouwpakketjes.
De kit van de kolenkraan bestaat uit resin en messing geëtste onderdelen. Het etswerk ziet er uitstekend uit. Aan de drie kolenkarretjes, links in beeld, hoeft niet veel gebouwd te worden: alleen de metalen hengsels (messing etswerk) moeten worden gelijmd en het verfwerk kan beginnen.
Het dak lijkt niet zonder meer op het stuurhuis te passen, maar het valt mee: een beetje aandrukken en het past perfect!
Enkele eigenschappen van het bouwpakket van het kraantje en de kolenkarren en de wijze waarop ik ze heb gerealiseerd:
- De kraan is niet functioneel uitgevoerd. Dat wil zeggen dat hij niet wordt aangedreven met motoren die de kraan kunnen doen draaien en de haak op en neer doen bewegen. Voor diegenen die dit wél zouden willen doen: in principe is het mogelijk, maar de aandrijving zal dan onder de modelbaan moeten worden weggewerkt.
- De kraan kan handmatig om zijn verticale as worden gedraaid. Hier is in het ontwerp van de bouwset al rekening gehouden middels een as die zowel door de fundering als het stuurhuis loopt.
- Het messing etswerk is fraai uitgevoerd. De verschillende onderdelen passen uitstekend op elkaar. Aangezien het uit slechts 0,3 mm messing plaat bestaat en de ribben van de giek bijzonder filigraan zijn uitgevoerd, is de kans groot dat de onderdelen verbuigen. Dat is dus oppassen geblazen bij het bouwen... Als het eenmaal is gebouwd, is het geheel redelijk stevig, maar het blijft oppassen dat je er niet tegenaan stoot of iets op laat vallen.
- Voor de geleidewielen van de draden aan de top van de giek en bij de haak is zowel een kunststof als een messing versie beschikbaar. De kunststof versie ziet er wat gebrekkig uit (is ook lastig te gieten), maar bestaat wel uit één stuk; de messing versie is geëtst en ziet er goed uit, maar moet wel zelf in elkaar worden gezet.
- Vreemd genoeg is draad (als nabootsing van de kabels) en doorzichtig plastic (ramen) niet meegeleverd.
- Als leuk extraatje zijn het stuurhuis en de giek uitgerust met verlichting. Hiervoor zijn rijstkorrellampjes gebruikt. De electriciteitsdraadjes kunnen in beide gevallen gemakkelijk tot onder de modelbaan worden geleid doordat de verbinding tussen stuurhuis en fundering met een hol pijpje tot stand wordt gebracht. De kit zoals gekocht voorziet niet in het inbouwen van verlichting.
De gietresten laten zich gemakkelijk verwijderen met behulp van een scherp mesje en vijltjes. Er is wel één wat lastiger stukje: het kozijn aan de voorzijde van het stuurhuis (zie de rode pijl). De uitstekende rand en het invallende gedeelte moeten blijven, maar de gietresten die daar bij zitten, moeten worden weggehaald anders passen de messing kozijnen niet. Het verwijderen lukt met een scherp mesje.
Na het verwijderen van de gietresten aan het stuurhuis (scherp mesje) en ook de messing kozijnen van braampjes te hebben ontdaan (vijltje) past het geheel precies. Het kozijn aan de voorzijde van het stuurhuis bestaat uit twee delen. Op zich was dit natuurlijk niet nodig geweest, maar wellicht heeft Artitec dit gedaan om de bouwer de mogelijkheid te geven één of beide raampjes open te zetten. De mogelijkheid is er in ieder geval!
Enkele gegoten delen zitten nog aan de gietboom vast. Om verkeerd afbreken en/of verbuigen te voorkomen, kun je het beste de verbinding tussen onderdeel en gietboom aan beide zijden met een scherp mesje een beetje insnijden. Hard drukken is niet nodig; gewoon een beetje kracht zetten bij het snijden is voldoende. Hierna het onderdeel rustig een beetje heen en weer bewegen en het komt los. Lukt het nog niet, snij dan de snijlijn wat dieper in en probeer het nog eens.
De onderdelen uit de etsplaat worden met zeer dunne verbindingen aan het frame vastgehouden. Ze zijn gemakkelijk met een scherp mesje door te drukken. Leg altijd een hardhouten ondergrond onder de etsplaat, gebruik een nieuw stukje van het (afbreek)mesje, zodat je verzekerd bent van een scherp snijvlak, en druk de verbindingen door (dus niet snijden; dit kan de onderdelen, die zeer dun zijn, verbuigen).
De messing onderdelen zijn bijna allemaal uit de etsplaat bevrijd. Alleen de onderdelen die tezamen de draadgeleiders (katrollen) vormen zijn nog niet losgemaakt. De reden hiervoor is simpel: het zijn erg kleine onderdelen die gemakkelijk kwijt kunnen raken en aangezien ze nog niet nodig zijn, laat ik ze liever zitten. Ook uit de grote onderdelen van de giek, rechts direct naast de etsplaat, moesten nog diverse onderdelen worden weggehaald. Aan de rechter zijde zijn vier setjes met hengsels te zien die bedoeld zijn voor de kolenkarretjes. Zij worden overigens ook meegeleverd met het kitje van de kolenkarretjes zelf.
Om het stuurhuis (rechts, van boven af gezien) te kunnen draaien ten opzichte van de fundering (links, ook van bovenaf gezien) en de elektriciteitsdraadjes vanuit het stuurhuis tot onder de modelbaan te kunnen geleiden, moeten zowel het draaipunt in het stuurhuis als die in de fundering worden doorboord. In de fundering is dit reeds gebeurd; Artitec heeft er voor gezorgd dat de juiste plek in het stuurhuis wordt gekozen.
Voor het boren kan een boormachientje worden gebruikt. Zeker voor de massief uitgevoerde fundering spaart dit een hoop tijd. Ik heb een boortje met een diameter van 3,2 mm gebruikt. Het is belangrijk een laag toerental toe te passen en met enige tussenpozen de boor terug te halen en even schoon te vegen. Door deze werkwijze wordt de fundering niet warm en kan de boor zijn weg makkelijk blijven vinden. Let wel op een goede rechte positie van de boor ten opzichte van de fundering!
Voor het boren kan een boormachientje worden gebruikt. Zeker voor de massief uitgevoerde fundering spaart dit een hoop tijd. Ik heb een boortje met een diameter van 3,2 mm gebruikt. Het is belangrijk een laag toerental toe te passen en met enige tussenpozen de boor terug te halen en even schoon te vegen. Door deze werkwijze wordt de fundering niet warm en kan de boor zijn weg makkelijk blijven vinden. Let wel op een goede rechte positie van de boor ten opzichte van de fundering!
Het draaimechanisme in één oogopslag: de holle as steekt door de fundering, draaischijf en stuurhuis en de draden van het rijstkorrellampje zijn er onzichtbaar doorheen gestoken. De draaischijf wordt aan het stuurhuis vastgezet.
Ondanks dat de onderdelen van de giek te lijmen zijn, heb ik deze onderdelen gesoldeerd. Op de foto zijn de twee grote zijkanten en het tussenstuk met ladder te zien. Deze zijn eerst op slechts een tweetal punten per zijde gesoldeerd (zie de rode pijlen voor de zichtbare soldeer). Pas als ook het laatste dwarsstuk (dat bovenin moet komen) op zijn plek zit, is de constructie compleet genoeg om verder te worden verstevigd met extra soldeerpunten.
Voor het solderen maak ik gebruik van mijn soldeerstation (met een scherpe punt in de soldeerbout), fosforzuur als vloeimiddel en Carr's 179 als soldeermiddel (en natuurlijk niet te vergeten: de soldeerdampafzuiger). Korte contactmomenten tussen de messing onderdelen en de soldeerbout is nodig, omdat anders de flinke hitte van de soldeerbout de fragiele onderdelen kan verbuigen.
Voor het solderen maak ik gebruik van mijn soldeerstation (met een scherpe punt in de soldeerbout), fosforzuur als vloeimiddel en Carr's 179 als soldeermiddel (en natuurlijk niet te vergeten: de soldeerdampafzuiger). Korte contactmomenten tussen de messing onderdelen en de soldeerbout is nodig, omdat anders de flinke hitte van de soldeerbout de fragiele onderdelen kan verbuigen.
Eén van de lastigste onderdelen is het samenstellen en plaatsen van de katrollen. Je kunt voor de plastic versie gaan (die bestaat uit één stuk), maar de messing versie is veel fraaier. Je moet dan wel drie schijven en vier ringetjes over het messing draadje (doorsnede: 0,5 mm) zien te pielen en het geheel daarna vastzetten. Een leuke oefening in geduld uitoefenen! Na het vastzetten kunnen de uitstekende delen van het draadje afgeknipt en plat gevijld worden.
De giek is even provisorisch met wat afplaktape vastgezet. Onder de toegangsdeur is inmiddels een trappetje gelijmd (na het vouwen van dit stukje messing zijn de verbindingsstukjes tussen de treden met een beetje soldeer verstevigd) en ook de haak (op de voorgrond) is klaar om geverfd en gemonteerd te worden.
In feite bestaat de kraan nu uit 5 losse stukken: fundering, stuurhuis, dak, giek en haak. Zo zal het ook blijven totdat alles is geverfd.
Volgende werk: schoonmaken en dan verven!
Aan de kolenkarren hoeft niet veel gedaan te worden. Slechts een paar gietrestjes verwijderen en de hengsels kunnen met secondelijm op hun plek worden gelijmd. Op de foto de drie karren met hengsels in verschillende stadia. Hierna een beetje schoonmaken en het verven kan een aanvang nemen.
Eén van de leuke details is de nabootsing van een lamp die hoog in de giek moet worden geplaatst. Ik ga proberen dit detail een stukje leuker te maken door hier een rijstkorrellampje in te friemelen. De diameter van dit lampje (1,3 mm) komt exact overeen met de diameter van het 'lampje' in de lampenkap.
Om het rijstkorrellampje te kunnen plaatsen, wordt aan de bovenzijde eerst een putje gemaakt met een priempje. Daarna wordt dit putje met een handboorhouder met hierin een boortje met een diameter van 0,6 mm in een gaatje omgezet. Hierbij is het natuurlijk belangrijk dat het boortje goed recht wordt gehouden. Dit kan het beste worden gerealiseerd door het kapje tijdens het boren een beetje tegen de boorrichting in te draaien.
Met een klein boortje is het putje een gaatje geworden; de nabootsing van de lamp is nog wel aanwezig. Daarna wordt het kleine gaatje vergroot met een boortje met een diameter van 1,4 mm. Hierbij wordt de nabootsing van het lampje weg geboord. Het rijstkorrellampje kan vervolgens als vervanger worden geplaatst.
De eerste verfactiviteiten kunnen een aanvang nemen. Artitec geeft in de bouwbeschrijving aan welke kleuren het beste kunnen worden toegepast. Het gebruikt hiervoor de artikelnummers van de verf van Humbrol. Als er gemengd moet worden, staan naast de te mengen kleuren één, twee of drie sterren (asterisken oftewel *). Deze aantallen geven de mengverhoudingen weer. '89***28**' betekent dus drie druppels van kleur 89 mengen met twee druppels van kleur 28.
Voor de verandering heb ik me bij het verven van de onderdelen bijna geheel gehouden aan de kleuren en mengverhoudingen die Artitec heeft aangegeven.
Voor de verandering heb ik me bij het verven van de onderdelen bijna geheel gehouden aan de kleuren en mengverhoudingen die Artitec heeft aangegeven.
Alle onderdelen zijn eerst in de grondverf (nr 1) gezet. Hierbij goed opletten dat de grondverf niet dik is. Liever te dun dan te dik. De bedoeling is de lakverf houvast te geven op de vaak gladde onderdelen zoals de messing giek, de betonnen fundering en het stuurhuis. Het is zonde als de grondverf te dik is want dit zorgt voor onnodige verdikking van bijvoorbeeld het filigrane etswerk van de giek. Links de giek in de grondverf; rechts gelakt (nr 67).
De kolenkarren staan in de grondverf. Goed is te zien dat de grondverf niet overal even dekkend is aangebracht. Ieder stukje is overigens wel degelijk geverfd.
Het dak is al een stadium verder en is al geschilderd met Humbrol nr 67 (Tank Grey). Om knellen van het dak te voorkomen, zijn de zijkanten, die in het stuurhuis gaan vallen, niet geverfd (is ook niet nodig...), de randjes (zijkantjes van het dak) uiteraard wel.
De fundering krijgt een betonkleur. Deze wordt bereikt door 3 delen wit (Humbrol nr 34) met 1 deel bruin (Humbrol nr 110 (Natural Wood)) en 1 deel zwart (Humbrol nr 33) te mengen. Het resultaat is erboven te zien.
De betonkleur is aangebracht (bij de fundering zijn ook twee andere kleuren van toepassing om staal (Humbrol nr 53 (Gunmetal)) en hout na te bootsen (Humbrol nr 110 (Natural Wood)). Omdat ik toch nog wat over had, heb ik eerstgenoemde ook gebruikt om de binnenkant van het stuurhuis van een kleurtje te voorzien. Het helpt ook gelijk te voorkomen dat lichtschijnsel van het rijstkorrellampje door de muren heen komt. Geen idee overigens of zo'n binnenkant vroeger zo'n kleur had, maar er zal ook vast geen vrolijk geel of groen hebben gezeten.
Aangezien het best lastig is de binnenzijde geheel te verven, kun je dit beter al doen vóórdat je de buitenkant gaat verven. Mocht je bij het verven van de binnenkant een stukje buiten het stuurhuis meenemen (zeker bij de ramen is dat gauw gebeurd) dan oververf je daarmee niet het verfwerk aan de buitenkant.
Aangezien het best lastig is de binnenzijde geheel te verven, kun je dit beter al doen vóórdat je de buitenkant gaat verven. Mocht je bij het verven van de binnenkant een stukje buiten het stuurhuis meenemen (zeker bij de ramen is dat gauw gebeurd) dan oververf je daarmee niet het verfwerk aan de buitenkant.
Het stuurhuis inclusief de raamlijsten zijn van de benodigde kleuren voorzien. Het Artitec-voorschrift leverde een lichtblauw stuurhuis op. Op zich wel apart! Met behulp van weatherpoeders zal de kleur nog wat worden afgezwakt.
De lampenkap is met Humbrol 41 (Ivory) geverfd. Aan de achterzijde (zie inzet) is te zien dat de kap nog niet helemaal 'lekdicht' is.
|
De kolenkarren zijn met Humbrol 111 (Field Grey) geverfd; de hendels en wielen zijn zwart gemaakt (Humbrol 33). Later zullen de karren worden geweatherd en deels gevuld met kolen.
|
Ik heb één van mijn Preiser-figuurtjes uitverkoren om de kolenkraan te bemannen. Ik heb hiervoor één van de weinige poppetjes met platte pet gekozen aangezien in de beginjaren van de 20e eeuw de 'gewone man' met zo'n type hoofddeksel rondliep. Wel was het poppetje veel te modern gekleed, had hij een tas bij zich en droeg hij een jas losjes over de schouder. Met een kniptang moest de man al snel afscheid nemen van zijn tas. Daarna werd zijn kleding met grondverf ingesmeerd (midden) en werd een deel van de onderbenen afgeknipt, omdat de man anders veel te lang zou zijn voor het interieur van de kraan, mede veroorzaakt door de nogal hoog ingelegde vloer. Op de rechter foto is zijn werkkostuum lichtgrijs geverfd en daarna met zwart poeder vuil gemaakt. Als je goed kijkt, zie je dat de knopen van zijn jas met zilvergrijze verf zijn aangebracht. De jas heeft hij mogen houden, maar gaat nu door voor een doek.
Nadat de karretjes waren vervuild met roest (in de vorm van poeder en verf) werd een tweetal karretjes voorzien van een stukje piepschuim. Nadat deze zwart waren geverfd, werden ze gevuld met kolen (een mengsel van Faller's 170723 en Busch's 7073; hierdoor ontstond een mix van glimmende en dof ogende kolen). Met behulp van verdunde houtlijm werd het geheel vastgelijmd.
Om iets meer drukte bij de kolenbunker te krijgen, heb ik nog twee poppetjes uitverkoren. Het rechter poppetje is wederom van Preiser en kan wat mij betreft doorgaan voor een leidinggevende. De linker is een tinnen stoker uit het assortiment van MasterPiece, o.a. te verkrijgen bij GM&S. Dat wordt verstandig opstellen want de stoker is in schaal 00 (1:76); de Preiser-poppetjes zijn in H0 (1:87).
De poppetjes van MasterPiece zijn bijzonder fraai gedetailleerd. Zelfs een grote snor op het gezicht van de stoker is goed te zien en zal later ook een geheel eigen kleur krijgen.
Na eerst een laagje grondverf te hebben gekregen, heeft de arbeider daarna kleur bekend met de volgende kleuren:
|
Alleen nog wat vervuilen en hij was al klaar om te worden ingezet.
De lamp is aan de giek gelijmd. Dit is gedaan door de draden langs de binnenkanten van de buitenste rails te lijmen met 2-componentenlijm van Bison. Op de foto is de lijm nog aan het opdrogen; de draden worden op hun plek gehouden met stukjes Tamiya-afplaktape.
De draden van het lampje in de giek worden via het stuurhuis en de centrale (holle) as naar beneden geleid. Hiervoor moeten in het stuurhuis een tweetal kleine gaatjes worden geboord hetgeen uiteraard met een handboortje wordt uitgevoerd. Het bovenste gaatje is reeds gemaakt; aan de onderste wordt hard gewerkt.
De draden van het lampje in de giek zijn via het stuurhuis en de (holle) centrale as naar 'beneden' geleid. Hierbij zijn gelijk de twee stroomdraden van het lampje voor het stuurhuis meegenomen. De vier draadjes passen precies door de as mits ze niet om elkaar gedraaid zitten. Doordat alle vier de draden onder de treintafel beschikbaar zijn, kan ik de twee lampjes afzonderlijk aan en uit gaan zetten, mocht ik daar behoefte aan hebben. |
Was het niet mogelijk gebleken vier afzonderlijke draden door de as te geleiden dan had ik het aantal teruggebracht naar drie (nog steeds apart aan en uit zetten mogelijk) of zelfs twee (alleen tegelijk aan en uit zetten mogelijk) door de draden al in het stuurhuis te combineren.
Het stuurhuis is voorzien van twee hendels voor het bedienen van de haak en de draaiing van het stuurhuis. De arbeider is op zijn plek gelijmd en de vensters zijn van 'glas' voorzien. Dat laatste is best een nauwkeurig karweitje wil je de ramen strak tegen de vensters aan krijgen. Met een miniem beetje secondelijm (een druppel zo uit het tuutje van de tube is echt veel teveel; plaats bijvoorbeeld een beetje secondelijm op het scherpe uiteinde van een satéprikker) zijn ze vastgezet.
Het lampje voor het stuurhuis zit nog wat te hoog, maar dat komt wel goed als het dak definitief op zijn plek wordt gezet.
Het lampje voor het stuurhuis zit nog wat te hoog, maar dat komt wel goed als het dak definitief op zijn plek wordt gezet.
Blik op de voorzijde van het stuurhuis. De giek zit nog niet goed op zijn plaats; dat kan pas worden gedaan als het dak is aangebracht.
Tijd dus om het dak op zijn plek te zetten! Vóórdat dit kan, zijn de draden, die via de top van de giek naar de haak lopen, met 2-componenten-lijm van Bison (Kombi Snel) vastgelijmd. Secondelijm was waarschijnlijk ook goed geweest, maar ik vermoed dat je de draden dan toch vrij gemakkelijk los kunt trekken en, als het dak dan al op zijn plaats zit, probeer dat dan maar eens te herstellen...
Zoals je wel ziet, zal de haak niet op en neer kunnen worden bewogen, maar dat was van het begin af aan ook niet de bedoeling.
Als draad heb ik zwart visdraad gebruikt met een dikte van 0,15 mm. Het draad is wel wat weerbarstig in de zin dat het de neiging heeft krom te staan. Iets om rekening mee te houden als de draden via de wielen in de top van de giek naar de trekhaak worden geleid.
Zoals je wel ziet, zal de haak niet op en neer kunnen worden bewogen, maar dat was van het begin af aan ook niet de bedoeling.
Als draad heb ik zwart visdraad gebruikt met een dikte van 0,15 mm. Het draad is wel wat weerbarstig in de zin dat het de neiging heeft krom te staan. Iets om rekening mee te houden als de draden via de wielen in de top van de giek naar de trekhaak worden geleid.
Nadat het dak op de stuurcabine is geplaatst (lijmen bleek niet eens nodig!), kon de giek ook eindelijk op de juiste plek worden gelijmd. Ook hiervoor heb ik Bison's Kombi Snel gebruikt. Omdat flinke klodders hier natuurlijk niet de bedoeling zijn, is de lijm met de spitse punt van een satéprikker op diverse lijmpunten dun aangebracht waarna met Tamiya-afplaktape de boel op zijn plaats werd gehouden totdat alles goed was opgedroogd/uitgehard.
De tape zorgt er wel voor dat de aangebrachte weatherpoeders worden verwijderd, maar bij de afronding van het model kan dit natuurlijk gemakkelijk worden hersteld.
Nadat de giek aan het stuurhuis was gelijmd, konden de draden via de katrollen naar de voorzijde van de giek worden geleid. Ze werden strakgetrokken en bij de katrollen vastgezet met secondelijm. Daarna werden ze op maat geknipt en werd de haak (ook met secondelijm) aan het uiteinde van de draden gelijmd.
De tape zorgt er wel voor dat de aangebrachte weatherpoeders worden verwijderd, maar bij de afronding van het model kan dit natuurlijk gemakkelijk worden hersteld.
Nadat de giek aan het stuurhuis was gelijmd, konden de draden via de katrollen naar de voorzijde van de giek worden geleid. Ze werden strakgetrokken en bij de katrollen vastgezet met secondelijm. Daarna werden ze op maat geknipt en werd de haak (ook met secondelijm) aan het uiteinde van de draden gelijmd.
De giek is aan het stuurhuis vastgelijmd en de weathering is deels opnieuw gedaan. Om de poeders te fixeren, is een dunne laag matte vernis aangebracht. Dit is gedaan met Humbrol Varnish Matt (nr 49) uit de spuitbus. Om te voorkomen dat deze vernis de ramen een mat uiterlijk zouden gaan geven, zijn de ramen even afgeplakt met afplaktape van Tamiya. Ook het rijstkorrellampje in de giek werd voor de zekerheid afgeplakt.
En daarmee is het geheel van kolenopslag en -kraan klaar om in de modelbaan te worden ingebouwd! Op de volgende pagina vind je enkele foto's van het eindresultaat.